9.1.Werkwoordspelling
Om werkwoordspelling foutloos te kunnen doen, moet je denkstappen kunnen maken. Allereerst moet je alle werkwoordsvormen uit je hoofd kennen. Dat zijn er zeven (stap A) . Vervolgens moet je de werkwoordvormen in de zin kunnen herkennen (stap B). Tenslotte moet je voor elke werkwoordsvorm de regels kennen en kunnen toepassen (stap C)